Waterbeweging
Type of resources
Available actions
Topics
Provided by
status
-
Op het vaste meetstation worden continue metingen uitgevoerd aan saliniteit en temperatuur met behulp van een EXO-sensor. Deze data wordt verwerkt en als uurlijke data beschikbaar gemaakt, via dataverse applicatie van NIOZ.
-
Deze kaart laat de p95 (dus gedurende 95% van de tijd overschreden, vrijwel maximale) diepte-gemiddelde stroomsnelheden zien, bepaald over twee springtij-doodtij periodes van 3 februari tot 4 maart 2019. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2022. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
Deze kaart laat de p05 (dus gedurende 5% van de tijd overschreden) diepte-gemiddelde stroomsnelheden zien, bepaald over twee springtij-doodtij periodes van 3 februari tot 4 maart 2019. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2022. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
De orbitaalsnelheid aan de bodem heeft een vergelijkbare invloed als de stroomsnelheid: een hogere snelheid betekent meer dynamiek. Echter, waar hoge stroomsnelheden vooral optreden in de geulen en vooral het gevolg zijn van het getij, komen hoge orbitaalsnelheden aan de bodem juist ook voor in ondiepe gebieden en vooral in meteorologisch dynamische periodes (stormen). Gebieden met hogere orbitaalsnelheden zijn zandiger -slib kan immers niet bezinken en wordt naar elders getransporteerd- en kennen andere biota dan rustiger gebieden. De voor biota optimale orbitaalsnelheid verschilt per soort. Het is belangrijk om te realiseren dat de hier weergegeven representatieve orbitaalsnelheden geen gemeten data betreft maar gebaseerd is op modelbewerkingen die ook gebruikt zijn voor het maken van de huidige ecotopenkaarten. Hier zijn de rms (root-mean-square) orbitaalsnelheden aan de bodem gepresenteerd, bepaald over elk uur in de maand maart 2020. De daarbij gebruikte bodemligging is gelijk aan die in de Ecotopenkaart (opnames tussen 2018-2021 voor de verschillende gebieden) en wijkt daarmee iets af van de Baseline data. Omdat de orbitaalsnelheid niet direct door het SWAN-Kuststrookmodel berekend wordt, is deze per roostercel berekend uit de waterdiepte, de golfamplitude en de golfperiode middels lineaire golftheorie. Hierbij zijn alleen windgolven meegenomen welke dominant zijn in de Waddenzee, niet de swell die vooral een rol speelt op de Noordzee. De hoogste orbitaalsnelheden treden uiteraard op direct zeewaarts van de eilanden. De laagste waarden treden op in de geulen; deze zijn immers diep. Vooral in de westelijke Waddenzee treden op de platen ook wat hogere orbitaalsnelheden op, net als op de Friese kwelders.
-
In deze kaart is de minimum saliniteit bij hoogwater en de variatie op basis van een 3D simulatie over het volledige jaar 2019 weergegeven. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
In deze kaart is de maximum saliniteit bij hoogwater en de variatie op basis van een 3D simulatie over het volledige jaar 2019 weergegeven. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2022. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
Voor de productie van de ecotopenkaart is bijvoorbeeld de droogvalduurkaart van belang. Uit de droogvalduurkaart wordt o.a. de ondergrens van het intergetijdegebied van 4% droogvalduur bepaald. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2021. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
In deze kaart is de gemiddelde saliniteit bij hoogwater en de variatie op basis van een 3D simulatie over het volledige jaar 2019 weergegeven. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2022. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.
-
Deze kaart laat de p50 (dus gedurende 50% van de tijd overschreden) diepte-gemiddelde stroomsnelheden zien, bepaald over twee springtij-doodtij periodes van 3 februari tot 4 maart 2019. Let op: deze kaart betreft modelberekeningen die als input zijn gebruikt voor de Ecotopenkaarten 2022. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de Digitale Systeemrapportage.